Psalms 95
1Wie schuilt bij God, de Allerhoogste,
kan rustig slapen,
want de Almachtige beschermt hem.
2 Ik getuig daarvan en zeg tegen de Here:
‘U bent mijn toevlucht,
bij U ben ik veilig en geborgen.
U bent mijn God
en ik vertrouw alleen op U.’
3 Hij beschermt u tegen verraderlijke vallen
en houdt vreselijke ziekten ver van u.
4 Onder zijn vleugels vindt u
bescherming en een toevluchtsoord.
Zijn trouw is uw schild
en weert de aanvallen van de tegenstander.
5 U hoeft niet te vrezen
voor de angsten van de nacht,
noch voor de scherpe aanvallen overdag.
6 En ook niet voor de pest,
die zich in de duisternis verspreidt
of voor de vernietiging
die in de middag toeslaat.
7 Al sneuvelen duizend mensen aan uw linkerkant
of tienduizend rechts van u,
u wordt gered.
8 U zult het zelf zien,
de straf treft alleen de ongelovigen.
9 U, Here, bent mijn toevluchtsoord.
U hebt God, de Allerhoogste,
als beschermer gekozen.
10 Tegenslag zal u niet treffen
en ziekten zullen ver van u blijven.
11 Hij zal zijn engelen bevelen
voor u te zorgen en u te beschermen,
waar u ook gaat.
Copyright information for
NldHTB