Lamentations 5
▼▼ In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Klag. 3:22-23.
dankzij de goedheid van de Here zijn wij niet omgekomen. Hij blijft voor ons zorgen en zijn trouw is elke dag weer nieuw. 1Mijn ziel beschouwt de Here als mijn erfdeel, daarom verwacht ik alles van Hem.
2De Here is wonderbaarlijk goed voor hen die op Hem wachten, voor wie naar Hem zoeken.
3Het is goed rustig te vertrouwen en te wachten op de hulp van de Here.
4Het is goed dat een jonge man discipline wordt bijgebracht.
5Hij kan rustig in eenzaamheid zitten en zwijgen als God dat van hem vraagt.
6Dan kan hij zich ook in het stof neerwerpen, misschien is er toch nog hoop.
7Laat hij zijn andere wang toekeren naar hen die hem slaan en hun vreselijke beledigingen slikken,
8want de Here zal hem niet voor altijd verstoten.
9Ook al geeft God hem verdriet, toch zal Hij hem ook met medelijden behandelen als teken van zijn liefdevolle zorg.
10Want slechts met tegenzin drijft Hij mensen in het nauw en bezorgt Hij hen verdriet.
11Als de vernederden worden vertrapt,
12men het recht dat God de mens heeft gegeven, niet in acht neemt
13en de rechtszaak van de mensen wordt verdraaid, zou de Here dat dan niet zien?
14Als iemand ergens over spreekt en het gebeurt dan ook, heeft de Here dat dan niet bevolen?
15Van de Allerhoogste komt immers zowel het kwade als het goede?
16Waarom zouden wij dan mopperen en klagen als wij worden gestraft voor onze zonden?
17Laten wij in plaats daarvan onszelf maar eens goed onderzoeken, onze schuld bekennen en terugkeren naar de Here.
18Laten we onze harten en handen opheffen naar God in de hemel.
19En laten wij toegeven dat we hebben gezondigd. Wij zijn in opstand gekomen tegen de Here en dat heeft Hij ons niet vergeven.
20U bent vervuld van toorn, Here, en U hebt ons meedogenloos geslagen.
21U hebt Uzelf met een wolk afgesloten, zodat onze gebeden U niet kunnen bereiken.
22U hebt ons gemaakt als pariaʼs en uitschot onder de volken.
Copyright information for
NldHTB