Jeremiah 26
Kan iemand zich voor Mij verbergen? Ben Ik niet overal tegelijk, in de hemel en op de aarde?’ zegt de Here. 1‘ “Luister naar de droom die God mij vannacht gaf,” zeggen zij. En vervolgens beginnen zij in mijn naam te liegen. 2Hoelang zullen die leugenachtige profeten nog doorgaan die alleen maar hun eigen verzinsels verkondigen? 3Door het vertellen van deze verzonnen dromen, proberen zij mijn volk Mij te laten vergeten, net zoals hun voorouders Mij vergaten door de verering van de afgodsbeelden van Baäl. 4Laten deze valse profeten hun dromen vertellen en laten mijn echte boodschappers mijn woorden eerlijk overbrengen. Want er is verschil tussen kaf en koren! 5Brandt mijn woord niet als vuur?’ vraagt de Here. ‘Is het niet als een machtige hamer die een rots aan stukken slaat? 6 ▼▼ This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Jer. 23:31.
7 ▼▼ In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Jer. 23:30-31.
Daarom zal Ik ze leren, deze “profeten” die hun boodschappen van elkaar horen, deze gladde praters die zeggen: “Deze boodschap komt van God!” 8Hun verzonnen dromen zijn grote leugens die mijn volk naar de zonde leiden. Ik heb hen niet gezonden, maar zij verleiden het volk en hebben mijn volk niets waardevols te zeggen,’ zegt de Here. 9‘Als iemand van het volk of van hun “profeten” of priesters u vraagt: “Wel, Jeremia, welk slecht nieuws hebt u vandaag van de Here?”, dan moet u antwoorden: “Wat voor slecht nieuws? U bent zelf het slechte nieuws, want de Here heeft u van Zich afgestoten!” 10En wat die valse profeten, priesters en mensen die spotten met “het slechte nieuws van God vandaag” betreft, Ik zal ze met hun families straffen voor deze woorden. 11U mag elkaar rustig vragen: “Wat is Gods boodschap? Wat heeft de Here gezegd?” 12Maar neem die uitdrukking “Gods slechte nieuws” niet in de mond. Want alleen u en uw leugens zijn slecht. U verdraait op die manier de woorden van de levende God, de Here van de hemelse legers. 13U mag Jeremia met respect de vraag stellen: “Wat is het antwoord van de Here? Wat heeft Hij tegen u gezegd?” 14 ▼▼ This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Jer. 23:39.
15 ▼▼ In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Jer. 23:38-39.
Maar als u hem vraagt naar “het slechte nieuws van God vandaag,” terwijl Ik u heb gewaarschuwd niet zo te spotten, dan zal Ik, de Here God, Mij ontdoen van de last die u voor Mij vormt. Ik zal u uit mijn nabijheid verjagen, u en deze stad die Ik u en uw voorouders gaf. 16Ik zal u en uw naam overladen met een eeuwige schande die niet meer wordt vergeten.’ 17 Het visioen van de vijgen
18Nadat koning Nebukadnessar van Babel koning Jechonja van Juda, de zoon van Jojakim, gevangengenomen en tot slaaf gemaakt had en hem samen met de bewindslieden van Juda, de smeden en andere vaklui verbannen had naar Babel, gaf de Here mij het volgende visioen. Ik zag twee manden met vijgen voor de tempel in Jeruzalem staan. 19In de ene mand zaten verse, net gerijpte vijgen, maar in de andere zaten slechte vijgen, te rot om op te eten. 20Toen vroeg de Here: ‘Wat ziet u, Jeremia?’ Ik antwoordde: ‘Vijgen, een mand met goede en een mand met slechte vijgen.’ 21 ▼▼ This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Jer. 24:5.
22 ▼▼ In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Jer. 24:4-5.
Daarna zei de Here: ‘De goede vijgen staan voor de bannelingen uit Juda die naar Babel zijn gestuurd. 23Ik heb het voor hun bestwil gedaan. Ik zal ervoor zorgen dat zij daar goed worden behandeld en hen hier weer terugbrengen. Ik zal hen helpen en geen pijn doen, Ik zal hen planten en niet uitrukken. 24Ik zal hun een hart geven dat Mij wil kennen. Zij zullen mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn, want zij zullen met grote blijdschap naar Mij terugkeren.
Copyright information for
NldHTB