‏ Isaiah 39

totdat ik u in ballingschap zal wegvoeren naar een land dat heel veel op dit land lijkt, een land met goede korenoogsten en wijnoogsten, een land van overvloed. 1Laat u niet misleiden door Hizkia als hij zegt dat de Here u van mijn legers zal verlossen. Heeft een god van een ander volk ooit gezegevierd over de legers van de koning van Assur? 2Herinnert u zich wat met Hamat en Arpad gebeurde? Hebben hun goden hen gered? En Sefarwaïm en Samaria? Waar zijn hun goden nu? 3Heeft ooit een van de goden van al die landen zijn volk uit mijn macht gered? Niet één! En denkt u nu echt dat die God van u Jeruzalem uit mijn macht kan verlossen?’

4Maar de mensen bewaarden het stilzwijgen en gaven geen antwoord, want Hizkia had hun gezegd niet te reageren. 5Toen keerden de hofmaarschalk Eljakim, de zoon van Chilkia, Sebna, de secretaris van de koning, en de kanselier Joach, de zoon van Asaf, terug naar Hizkia. Zij hadden hun kleren gescheurd als teken van hun wanhoop en vertelden Hizkia wat er was gebeurd. 6

Gods belofte van redding

7Toen koning Hizkia de uitslag van het overleg te horen kreeg, scheurde hij zijn kleren als teken van verdriet en trok een boetekleed aan. Hij ging naar de tempel om te bidden. 8Tegelijkertijd stuurde hij zijn hofmaarschalk Eljakim en zijn secretaris Sebna met de oudere priesters, allen gehuld in rouwgewaden, naar de profeet Jesaja, de zoon van Amos.
Copyright information for NldHTB