Habakkuk 2
God waakt met jaloezie over zijn eer. In zijn toorn neemt Hij wraak op alle mensen die tegen Hem in opstand komen. De Here vernietigt al zijn tegenstanders. 1De Here is erg geduldig, maar ook heel sterk en Hij laat niet ongestraft wie schuldig blijkt te zijn. Hij toont zijn kracht in wervelwinden en storm. De wolken zijn als stof onder zijn voeten. 2Op zijn bevel drogen de zee en de rivieren op. De malse weiden van Basan en Karmel verdorren, evenals de groene bossen van de Libanon. 3Bergen beven voor Hem, heuvels smelten weg. De aarde beeft en raakt uit haar evenwicht, haar bewoners worden vernietigd. 4Wie kan standhouden tegen deze wrekende God? Wie houdt zich staande bij zijn geweldige toorn, die is als vuur, rotsen springen erdoor aan stukken. 5De Here is goed. Hij is een helper in de nood, een schuilplaats voor allen die op Hem vertrouwen. 6Maar zijn vijanden vaagt Hij weg met een reusachtige watervloed, Hij jaagt hen de dood, de duisternis in. 7Wat voor plannen bent u tegen de Here aan het beramen? Hij zal er in één klap een eind aan maken, Hij zal geen tweede keer tegen u hoeven op te treden! 8Hij gooit zijn vijanden, die zich gedragen als een stel dronkemannen, in het vuur als een verwarde bos dorens. Als een bos droog stro vatten zij vlam en worden verbrand. 9Wat is die koning van u die een complot smeedde tegen de Here? Wat is dat voor een man die zulke boze plannen beraamt? 10‘Al bouwt hij een leger op van miljoenen soldaten,’ zegt de Here, ‘toch zal dat volledig worden vernietigd.’ Maar tegen zijn volk zegt Hij: ‘Ik heb u vernederd, maar zal u niet langer straffen. 11Ik zal uw boeien aan stukken breken en het juk van slavernij dat deze Assyrische koning u heeft opgelegd, van u afnemen.’ 12En tegen die koning zegt de Here: ‘Ik ga een eind maken aan het voortbestaan van uw vorstenhuis. Ik zal uw tempels met zijn gesneden en gegoten afgodsbeelden verwoesten. Ikzelf zal uw graf delven, want u bent het leven niet waard!’ Kijk, daar komen de boodschappers langs de berghellingen naar beneden rennen met goed nieuws: ‘Het is weer vrede!’ Juda, vier vandaag feest en aanbid alleen de Here zoals u hebt beloofd! Want uw vijand uit Nineve zal nooit meer een voet in uw land zetten, hij is volkomen vernietigd. 13De Here keert zich tegen Nineve
14Nineve, het is met u gedaan! U bent al omringd door vijandelijke troepen. Bewaak de vesting, zet uitkijkposten uit, zet u schrap en vecht voor uw leven. 15Want het land van Gods volk is geplunderd en zijn wijnranken zijn vernield na uw invallen. Maar de Here zal Israël in zijn vroegere glorie herstellen. 16Kijk eens: rode schilden! En die soldaten hebben felrode uniformen aan. Het staal van de strijdwagens schittert als de wagens optrekken, de speren worden dreigend geheven. 17De wagens razen over de wegen en jakkeren voort over de vlakten. Het zijn net fakkels, als bliksemschichten schieten zij voorbij. 18De officieren moeten de aanval openen. Zij struikelen in hun haast, rennen naar de muren om de aanval af te slaan. 19Maar het is al gebeurd! De sluizen en waterpoorten zijn open! De fundamenten van het paleis storten in! 20De stad Nineve ligt er onbeschermd bij, als een slavin wordt ze weggevoerd. De bevolking huilt, hun klagen klinkt als het gekoer van duiven. Van verdriet slaan zij zich op de borst.
Copyright information for
NldHTB